Onderhoudsinstructies voor glazen lichtstraten en koepels

• • Deze worden net als ramen gereinigd (water met een niet agressief product)
• • Bij opengaande systemen wordt aangeraden om de dichtingsrubbers elk jaar te controleren

Etiketten - kurkjes

Verwijder zo snel mogelijk na plaatsing alle etiketten en kurkjes. Lange blootstelling aan zonlicht doet soepele lijm uitharden en laat lijmresten na op het glas. Lijmresten met beetje alcohol verwijderen - opgelet voorde de rubber, siliconen- of polymeerdichting.

Reinigingstips

Wacht voor de eerste reinigingsbeurt tenminste één dag na plaatsing van het glas, zodat de voegdichtingen mooi kunnen uitharden. Gebruik degelijk materiaal: trekker in goede staat [het metaal van de trekker mag niet in contact komen met de ruitl. niet-schurende spons, propere zachte doek, proper water. Gebruik nooit schuursponsjes of scherpe materialen (scheermesje) om hardnekkig vuil te verwijderen. Gebruik geen white spirit, zuiver bleekwater of andere agressieve vloeistoffen. Onderhoudsproducten voor aluminium, PVC of hout kunnen bij aanraking schade aan het glas toebrengen. Allerhande vlekken zoals kalkaanslag, kleefstoffen, olie, mineraalaanslag, ... kunnen in vele gevallen nog met gespecialiseerde producten verwijderd worden.

Thermische breuk vermijden

Een thermische breuk treedt op wanneer tussen twee zones van de oppervlakte van de beglazing een groot temperatuurverschil ontstaat.

• Kleef nooit posters, stickers, ... op de beglazing.
• Het glasoppervlak nooit volledig of gedeeltelijk langs binnen afdekken ter bescherming tegen bevuiling of zonnewarmte.
• Schuiframen, rolluiken of zonnewering steeds volledig open of dicht.
Plaats geen meubels of andere voorwerpen vlak achter de beglazing.
• Plaats zonnewering of gordijnen op minstens 5 cm van het glasoppervlak.
• Plaats verwarming en airco op minstens 30 cm van het glasoppervlak. Vermijd dat er koude of warme lucht rechtstreeks op het glas wordt geblazen.
• Een zonne- of energiereflecterende folie op de binnenkant van een beglazing kan een cumul van warmte veroorzaken. Dit kan eveneens thermische breuk tot gevolg hebben.

Cementsluier

Cementsluier kan zich sterk vastzetten op het glas. Snel ingrijpen is hier de boodschap. Cementsluier kan verwijderd worden met Pre Clean (verkrijgbaar via uw glasleverancier).

Slijp- of laswerk

Slijp geen metaal of voer geen laswerken uit in de nabijheid van uw beglazing. Metaalgensters kunnen inbranden in het glas en kunnen niet meer verwijderd worden.

Interferentieringen

Gekleurde [petroleumachtigel vlekken of ringen, die van plaats veranderen wanneer men op het glas drukt. zijn interferentie ringen. Deze ringen worden veroorzaakt door lichtbreking, zijn totaal onschadelijk voor het glas en zijn geen reden tot klacht.

Verf, voegdichtingen en drainagegaten

Verf en voegdichtingen moeten in goede staat blijven. Schilderwerk voorkomt immers dat er vocht indringt in het schrijnwerk en bij een te hoog vochtgehalte kan de randafdichting van de beglazing aangetast worden. Indien de voegdichtingen [silicone, polymeer of rubbersllns komen of openingen vertonen, dienen deze onmiddellijk hersteld te worden. Zoniet kan er vocht in de spouw komen. Vocht in de spouw kan enkel wegvloeien via de verplicht te voorziene drainagegaten in het schrijnwerk. Het is noodzakelijk om deze drainagegaten te vrijwaren tegen ophoping van vuil. stof en insecten. Controleer tenminste één maal per jaar de voegdichtingen en drainagegaten.

Bijkomende tips indien u heeft gekozen voor de zelfreinigende beglazing SGG BIOCLEAN :

Toegelaten reinigingsmiddelen kan u terugvinden op www.zelfreinigendglas.be [lijst wordt regelmatig bijgewerkt). Reinigingsmateriaal moet volledig vrij zijn van siliconen en vetten. Bij toekomstige werken (gevelbepleistering, voegen, ... ) dient men te opteren voor siliconenvrije producten. Het is aan te raden de beglazing gedurende de volledige werken af te dekken en indien mogelijk te wachten tot volledige uitharding of droging. Ook de bescherming gebruikt voor het glas mag geen siliconen bevatten.